Beste ouder(s) /verzorger(s) en geïnteresseerden,

Hieronder vind u een beschrijving van het aannamebeleid en belangstellingslijstbeleid van De Herman Broerenschool -en Het Herman Broerencollege te Delft. Wij hebben dit uiteengezet in een stappenplan en een stroomschema. Het stroomschema is apart te vinden op de website bij deze informatie.

Tevens kunt u hier zien of er nog onderwijsplaatsen zijn of dat wij een belangstellingslijst hanteren.

De Herman Broerenschool en het Herman Broerencollege zijn verbonden aan het samenwerkingsverband van Midden Delfland. Daarnaast participeren zij (vrijwillig) in de samenwerkingsverbanden van Haaglanden.

Voor alle leerlingen die worden aangemeld voor de Herman Broerenschool of het Herman Broerencollege, moet een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) worden aangevraagd bij het samenwerkingsverband van de regio waarin de leerling woonachtig is. Het samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor de bekostiging van de plaatsing van de leerling op onze school en bepaalt binnen welke bekostigingscategorie de leerling valt. Binnen de Herman Broerenstichting is de uitvoering van het beleid met betrekking tot toelating van leerlingen op basis van het gestelde in artikel 13.22 van het Managementstatuut door het College van Bestuur gemandateerd aan de directie van de scholen. De Commissie van Begeleiding (CvB) adviseert de directie over toelating van de leerlingen tot onze school.

Met vriendelijke groet,

Roy Jongejan
locatiedirecteur Delft

………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Stappenplan m.b.t. het aannamebeleid van De Herman Broerenschool / college in Delft

Waar wordt gesproken over ouders, kan ook gelezen worden wettelijk vertegenwoordiger.

  1. In het kader van passend onderwijs en thuis nabij onderwijs hebben wij als Herman Broerenschool en Herman Broerencollege enkele voorrangscriteria opgesteld om daaraan tegemoet te komen:
    1. Zittende leerlingen binnen de locatie Delft (bijvoorbeeld leerlingen die van een onderwijszorggroep naar een reguliere groep worden overgeplaatst).
    2. Broertjes en zusjes.
    3. Leerlingen die binnen onze stichting van de ene locatie naar de andere worden overgeplaatst.
    4. Verhuisleerlingen met een toelaatbaarheidsverklaring (die binnen de regio van het samenwerkingsverband Midden Delfland zijn komen te wonen).
    5. Leerlingen uit de school voorbereidende groep De Regenboog, KDC van IPSe de Bruggen Delft
    6. Leerlingen op basis van de belangstellingslijst.
  1. Ouders (soms i.s.m. een school of instantie) melden hun kind aan bij de administratie van de school/het college of willen zich vrijblijvend oriënteren. Zij stellen de ouders en/of instantie enkele vragen om het aanmeldformulier in te kunnen vullen. Het aanmeldformulier wordt naar de psychologisch assistent gestuurd. Binnen 7 werkdagen neemt zij contact op met de ouders en/of instantie, waar een vrijblijvende afspraak voor een rondleiding met de teamleider deel van uit kan maken. De psychologisch assistent meldt of er sprake is van een aanmeldlijst, op welke plek de leerling op deze lijst staat en dat er contact opgenomen zal worden zodra er zicht is op plaatsing. Het stroomschema wordt aan ouders, verwijzende instellingen/instanties en scholen gemaild.
  2. Wanneer er zicht is op plaatsing en ouders (nog steeds)  de daadwerkelijke keuze maken voor de Herman Broerenschool of het Herman Broerencollege moeten ouders toestemming verlenen om informatie op te vragen bij de huidige school of instelling van het kind. De opgevraagde informatie biedt inzage in de mogelijkheden en onmogelijkheden die het kind heeft in zijn deelname aan het onderwijs; het ontwikkelingsperspectief of het onderwijskundig rapport, documenten waaruit de leerrendementen blijken, aanvullend onderzoek of aanvullende informatie van de huidige school of instantie, zoals psychologische onderzoeken om vast te stellen welke specifieke zorg- of ondersteuningsbehoefte de leerling heeft. Wanneer de school onvoldoende informatie over de ondersteuningsbehoeften van de leerling heeft ontvangen of ouders weigeren relevante informatie te verstrekken, dan kan de school besluiten om de aanmelding niet te behandelen of de behandeling te staken.
  3. Bij kinderen met medische aandoeningen die een belemmering zouden kunnen vormen voor aanname, wordt nadrukkelijk ook informatie opgevraagd bij de revalidatiearts of andere medische specialisten via de jeugdarts.
  4. Op basis van de binnengekomen informatie wordt de leerling besproken binnen de Kleine Commissie van Begeleiding (bestaande uit de locatiedirecteur, de teamleiders, de orthopedagoog, de psychologisch assistent en de schoolmaatschappelijk werker). Wanneer noodzakelijk geacht wordt ook advies gevraagd van de jeugdarts. Naar aanleiding van de bespreking kan een observatie worden gepland of aanvullende informatie worden gevraagd. In uitzonderlijke gevallen kan besloten worden tot een observatie op de Herman Broerenschool of het Herman Broerencollege, een zogenaamde proefperiode. In principe neemt de Kleine Commissie van Begeleiding binnen zes weken, na de ontvangst van de relevante informatie over de leerling, een besluit over eventuele aanname en onder welke eventuele voorwaarden aanname mogelijk is.
  5. Wanneer de Kleine Commissie van Begeleiding op basis van het SchoolOndersteuningsProfiel (SOP) oordeelt dat de school niet voldoende kan tegemoet komen aan de onderwijs,- en of ondersteuningsbehoefte van de leerling, zal de school ouders ondersteunen in het vinden van een meer passende plaats voor het kind, mits de zorgplicht geldt. Ouders worden schriftelijk geïnformeerd over dit besluit en ontvangen daarbij een kopie van het SOP. In principe wordt er een afschrift van deze brief verzonden naar het SamenWerkingsVerband (SWV). Ouders kunnen volgens de richtlijnen bezwaar maken tegen dit besluit bij het bestuur van de Herman Broerenstichting. Indien de leerling op korte termijn nog niet plaatsbaar blijkt bekijken we in de KCVB wat het perspectief op plaatsing is. Afhankelijk daarvan laten we de leerling op dezelfde plaats op de aanmeldlijst staan of zal de leerling van de lijst verwijderd worden.
  6. Wanneer naar aanleiding van de bespreking de Kleine Commissie van Begeleiding van mening is dat de leerling plaatsbaar is, wordt er contact opgenomen met de ouders en wordt de inschrijving definitief gemaakt, mits er een geldige (langer dan één schooljaar) Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) is. Wanneer er nog geen geldige TLV is, wordt met inschrijven gewacht tot de TLV is afgegeven door het Samenwerkingsverband.
  7. De Herman Broerenschool en het Herman Broerencollege hanteert 3 instroommomenten. Deze zijn aan het begin van het schooljaar, direct na de Kerstvakantie en direct na de meivakantie.
  8. Een leerling kan alleen op de Herman Broerenschool of het Herman Broerencollege geplaatst worden als er door het Samenwerkingsverband een geldige TLV is toegekend. Bij het overstappen van een andere school naar het Herman Broeren, kan er nog een geldige TLV voorhanden zijn. In andere gevallen wordt de aanvraag van een TLV in gang gezet nadat de kCvB een positief oordeel over plaatsing heeft gegeven. De aanvraag wordt gedaan door de psychologisch assistent in overleg met de ouders. Pas na de afgifte van de TLV kan de leerling worden ingeschreven. In het geval het SWV geen TLV voor de leerling af geeft, kan de leerling niet worden ingeschreven op de Herman Broerenschool of het Herman Broerencollege, omdat er dan geen bekostiging is. De school zal dan ouders ondersteunen in het vinden van een andere passende plaats voor het kind.
  9. In het geval de leerling niet ingeschreven kan worden omdat er een belangstellingslijst wordt gehanteerd worden ouders geïnformeerd over de procedure rondom deze lijst. Als een leerling op de belangstellingslijst staat en/of wanneer ouders kiezen de plaatsing volgens de belangstellingslijst niet af te wachten, geldt de zorgplicht voor de Herman Broerenschool en het Herman Broerencollege niet.
  10. Na plaatsing op het Herman Broerencollege wordt binnen zes weken een OntwikkelingsPerspectief opgesteld door de aan de school verbonden orthopedagoog. Ouders worden uitgenodigd om samen met de teamleider en de leraar het OP te bespreken. Voorafgaand aan de bespreking zijn ouders uitgenodigd voor een gesprek en screening door de jeugdarts en een gesprek met de schoolmaatschappelijk werker. Indien de aan de school verbonden logopedist, op basis van de voorinformatie het nodig acht een logopedische screening te doen, zal zij dit inplannen en ouders daarvan op de hoogte stellen.

Zorgplicht

Zorgplicht geldt niet wanneer ouders ter oriëntatie (met of zonder de leerling) een bezoek hebben gebracht aan de Herman Broerenschool of het Herman Broerencollege. De Herman Broerenschool en het Herman Broerencollege hebben zorgplicht wanneer ouders of gezaghebbende het kind officieel (schriftelijk) aanmelden. Als blijkt dat het kind op een andere school ingeschreven staat, ligt de zorgplicht bij de school waar het kind als eerste officieel is aangemeld. Wanneer voor de leerling zorgplicht geldt, maar blijkt dat de leerling op basis van onderwijs, – of ondersteuningsbehoefte, of het niet verkrijgen van een TLV, zal de Kleine Commissie van Begeleiding zich inspannen om samen met ouders een andere passende plaats voor de leerling te vinden.

Zorgplicht geldt niet wanneer de vorige school een ander advies heeft gegeven dan ZMLK of een onderwijszorggroep

Een proefplaatsing duurt maximaal drie maanden. De proefplaatsing dient als middel om de onderwijszorgbehoeften in kaart te brengen

Bij een leerling die naar school gaat is een aspect dat de zorgplicht na de maximale proeftijd over gaat naar de school waar de proefplaatsing plaatsvindt. Wanneer binnen de proefperiode binnen de drie maanden blijft, blijft de zorgplicht bij de stamschool.

Wanneer een leerling op een eventuele belangstellingslijst is geplaatst, geldt er gedurende de wachttijd geen zorgplicht.

Leerlingen zonder onderwijservaring

Voor leerlingen die komen vanuit een andere instelling dan een onderwijsinstelling wordt altijd de keuze gemaakt de leerling te laten starten met een opbouwperiode. In deze opbouwperiode kan de leerling wennen aan de onderwijssetting. Met ouders wordt vooraf afgesproken hoe de wenperiode zal worden ingericht; op welke dagen de leerling hoeveel uur op school aanwezig zal zijn, onder welke voorwaarden en hoe de periode zal worden uitgebouwd richting volledige schoolgang. Deze wordt beschreven in het OP en gemeld bij de leerplicht en/of onderwijsinspectie.

De belangstellingslijst

Volgens de wet op de expertisecentra kunnen de leerlingen in het speciaal voortgezet onderwijs t/m het schooljaar waarin zij 20 jaar worden gebruik ervan maken. In veel gevallen stromen de leerlingen eerder uit.

Als uitgangspunt zitten er in een reguliere ZML-groep maximaal 12 leerlingen en in een onderwijszorggroep maximaal 8 leerlingen. De Commissie van Begeleiding kan op basis van de groepssamenstelling en de individuele ondersteuning, – en onderwijsbehoeften van de leerlingen besluiten dat dit maximum overschreden kan worden. De CvB maakt dan de inschatting dat de groepssamenstelling de veiligheid van de leerlingen en de leerrendementen van de leerlingen niet belemmerd.

Wanneer het maximumaantal leerlingen in een groep behaald is en de plaatsing in een andere groep geen optie is, vanwege dezelfde argumenten als hierboven beschreven, zal er gewerkt worden met een belangstellingslijst. Bij belangstelling worden ouders geïnformeerd over deze lijst.

De belangstellingslijst wordt ingericht naar volgorde van belangstelling. Aangezien de Herman Broerenschool en het Herman Broerencollege een bovenregionale functie hebben, wordt er geen voorrang gegeven op basis van woonplaats.

Onderstaande de informatie inzake de belangstellingslijst voor De Herman Broerenschool en Het Herman Broerencollege.

  • Indien er achter desbetreffende groep belangstellingslijst staat betekent dit dat we voor die groep met deze lijst werken en de groep dus vol zit.
  • Indien er achter desbetreffende groep ‘geen’ belangstellingslijst staat betekent dit dat er minimaal 1 plaats beschikbaar is.
  • De psychologisch assistent kan u mededelen op welk plek uw kind in de belangstellingslijst staat. U kunt haar via het algemene telefoonnummer van de locatie Delft telefonisch bereiken op haar werkdag (ma, di en vrij).

Voorbeeld van de groepen en eventuele belangstellingslijst van de Herman Broerenschool m.b.t. het SO (4 t/m 12,13 jaar)
Groep oranje heeft de jongste leerlingen in de groep. Groep Groen heeft de oudste leerlingen in de groep.

Groepen:

  • Oranje – Belangstellingslijst
  • Rood – Belangstellingslijst
  • Geel – Belangstellingslijst
  • Blauw – Belangstellingslijst
  • Groen – Belangstellingslijst

Voorbeeld van de groepen en eventuele  belangstellingslijst van het Herman Broerencollege m.b.t. het regulier VSO (12,13 t/m 20 jaar)
In het regulier voortgezet speciaal onderwijs worden leerlingen ingedeeld naar uitstroomprofiel. Dit is het uitstroomprofiel (beschutte) arbeid of het uitstroomprofiel (arbeidsgerichte) dagbesteding.

Groepen:

  • Brugklas uitstroomprofiel arbeid – Belangstellingslijst
  • Brugklas uitstroomprofiel dagbesteding – Belangstellingslijst
  • Praktijkgroep uitstroomprofiel arbeid – 1 plek
  • Combinatie eindgroep/praktijkgroep uitstroomprofiel dagbesteding – Belangstellingslijst
  • Eindgroep uitstroomprofiel arbeid – Belangstellingslijst

Voorbeeld van de groepen en eventuele Belangstellingslijst van de Herman Broerenschool m.b.t. de onderwijszorggroepen (4 t/m 20 jaar). Onderwijszorggroepen worden in eerste instantie ingedeeld naar onderwijszorgbehoeften. Daarna kijken we o.a. naar leeftijd. OZGA heeft voornamelijk onze oudste leerlingen in de groep en OZGD heeft voornamelijk onze jongste leerlingen in de groep. Bijna al onze leerlingen uit deze groepen stromen uiteindelijk uit naar activiteit gerichte dagbesteding.

Groepen:

  • OZGA – Belangstellingslijst
  • OZGB – Belangstellingslijst
  • OZGC – Belangstellingslijst
  • OZGD – Belangstellingslijst