Onderwijsinspectie
Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt de onderwijsinspectie ieder schoolbestuur in Nederland. Het vierjaarlijks onderzoek is in 2019 uitgevoerd bij het bestuur van de Herman Broerenstichting. Er is onderzocht of het bestuur op zijn scholen zorgt voor onderwijs van voldoende kwaliteit en of het financieel in staat is om ook in de toekomst goed onderwijs te blijven verzorgen.
Wat gaat goed?
Het bestuur van de Herman Broerenstichting heeft een duidelijke opdracht en visie. Het biedt speciaal onderwijs aan zeer moeilijk lerende en ernstig meervoudig beperkte kinderen. De afgelopen jaren stemden de scholen het onderwijsaanbod en hun aanpak af op een speciale, deels nieuwe doelgroep. Medewerkers geven samen met personeel van een zorginstelling een invulling aan het
onderwijs die goed bij deze kinderen past. Het motto van de stichting, ‘Leren moet je doen’, is terug te zien in de afwisseling van leeractiviteiten, praktische opdrachten, het leren buiten de school en tijdens excursies.
De Herman Broerenscholen hebben een redelijk grote zelfstandigheid om zelf keuzes te maken, maar het bestuur geeft richting en weet wat er speelt. De leraren en het ondersteunend personeel werken met plezier op de scholen en willen zich graag verder ontwikkelen. Zij worden hierin door het bestuur gestimuleerd en ondersteund.
Tot slot is het bestuur financieel gezond. Het bestuur weet hoeveel geld het nu en in de toekomst nodig heeft voor het geven van goed onderwijs.
Wat moet beter?
Het bestuur en de scholen moeten duidelijker aangeven welke sociale en maatschappelijke competenties zij bij hun leerlingen willen ontwikkelen. De scholen moeten daarbij vooral aandacht besteden aan de competenties die belangrijk zijn om met succes uit te stromen naar een bepaalde vervolgplek. Vervolgens moeten zij ook nagaan of de leerlingen bij het verlaten van de school deze competenties hebben ontwikkeld.
Wat kan beter?
De scholen kunnen zich verder ontwikkelen in de wijze waarop zij hun (leer)resultaten op schoolniveau laten zien. Het personeel kreeg hiervoor scholing, maar blijft het moeilijk vinden om vast te stellen of de resultaten goed genoeg zijn. Ook het analyseren hoe het komt als de resultaten niet voldoende zijn, kan beter.
Het bestuur kan duidelijker maken welke informatie het daarover van de scholen verwacht. Ook het intern toezicht kan zich hierover meer uitspreken.
De kwaliteitszorg van het bestuur en de scholen is in orde maar kan beter. Het bestuur geeft aan in welke richting de scholen zich moeten ontwikkelen maar kan scherper aangeven tot welke kwaliteit dat moet leiden. Het bestuur kan ook nog beter volgen of de verbeteractiviteiten volgens plan verlopen en tot voldoende resultaat leiden.
Het bestuur en de scholen zouden bovendien vaker de volledige onderwijskwaliteit van de scholen kunnen evalueren en vaststellen of ze tevreden zijn. Zij hebben dat nu eenmalig gedaan om tot nieuwe schoolplannen te komen. Door de kwaliteit regelmatig tegen het licht te houden, kunnen de scholen gerichter aan verdere kwaliteitsverbetering werken.
Klik hier om het rapport m.b.t. het vierjaarlijks onderzoek te downloaden.
In 2024 vond een voortgangsgesprek plaats met de Inspectie. Tijdens dit voortgangsgesprek is onderzocht of het bestuur heeft voldaan aan de tekortkoming die werd vastgesteld tijdens het bestuursonderzoek in 2019. Het ging hierbij om de volgende tekortkoming:
De standaard Sociale en maatschappelijke competenties (OR2) is onvoldoende. De scholen kunnen niet aantonen dat zij het onderwijs voor deze competenties en de ondersteuning zodanig op de leerlingen afstemmen dat zij een ononderbroken ontwikkeling kunnen doormaken. Dit is in strijd met artikel 11, lid 1, 3 en 4 van de WEC.
De inspectie heeft op 7 november 2024 vastgesteld dat het bestuur aan de herstelopdracht heeft voldaan.
Klik hier om het rapport m.b.t. het herstelonderzoek te downloaden.
De Herman Broerenstichting en haar scholen blijven in ontwikkeling en blijven werken aan verbetering van de onderwijskwaliteit.